Doorstart & personeel
Bij een doorstart dient ook een rekening gehouden te worden met de risico’s die kleven aan de personeel dat een opnieuw een contract aangeboden krijgen.
De rechtspositie van werknemers is in het algemeen helder en duidelijk geregeld in situaties buiten een faillissement. De wet- en regelgeving inzake het gebruikelijke arbeidsrecht zijn dan van toepassing. Een overname van een onderneming buiten een faillissementssituatie houdt voor het personeel in dat van rechtswege de arbeidscontracten mee overgaan.
Die situatie verandert totaal wanneer er sprake is van een faillissement en dus ook bij een doorstart na een faillissement. Vandaar dat eerst een zogenaamd “technisch” faillissement moet zijn uitgesproken door de rechtbank alvorens een succesvolle doorstart kan worden gerealiseerd.
Uitgangspunt bij een doorstart is het gegeven dat de nieuwe onderneming in beginsel met een geheel schone lei kan beginnen. Het betreft immers een nieuwe onderneming zonder rechtspositionele banden met het oude bedrijf.
Recente rechtspraak heeft op dit beginsel uitzonderingen gemaakt. Bij elke doorstart dient daarom extra gelet te worden op de positie van personeel. Bij een risico-inventarisatie zijn de navolgende zaken van belang:
- De doorstarter kan geen tijdelijke arbeidsovereenkomst overeenkomen met een werknemer die bij het gefailleerde bedrijf een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had.
- Met een ex-werknemer die bij de doorstarter dezelfde werkzaamheden gaat vervullen mag geen proeftijd worden afgesproken. Tenzij het gaat om een nieuwe functie met nieuwe verantwoordelijkheden.
- De doorstarter is vrij in het overeenkomen van nieuwe arbeidsvoorwaarden. Een valkuil kan de inhoud van de koopovereenkomst van de doorstarter en de curator zijn. Voorkomen moet worden dat aan de inhoud van die koopovereenkomst ex-werknemers rechten kunnen ontlenen.
- Een tijdelijke arbeidsovereenkomst bij de oude onderneming kan een vast contract zijn bij het doorstartende bedrijf. Het arbeidsverleden van ex-werknemers telt mee bij het bepalen van de rechtspositie van de werknemer bij het doorstartende bedrijf.
- Het is onduidelijk of het arbeidsverleden van ex-werknemers meetelt bij het vaststellen van een toekomstige ontslagvergoeding. De Hoge Raad heeft hierover nog geen duidelijkheid verschaft. De lagere Rechtspraak heeft hierover een wisselende mening. De doorstarter dient met dit risico rekening te houden.
De belangrijkste conclusie die uit de jurisprudentie getrokken kan worden is dat ten aanzien van ex-werknemers in zijn algemeenheid niet in alle gevallen gesproken kan worden van het “doorstarten met een schone lei”.